Kunstenaar Astera Mortezai is gevlucht uit Iran en vond uiteindelijk haar nieuwe thuis in Gouda. Met een kunstbeurs van het Mondriaan Fonds in de handmaakt zij spraakmakende en politiek-geëngageerde kunst.
“Hedendaagse kunst moet een discussie oproepen en het gesprek verder brengen, niet gewoon mooi zijn. In mijn geboorteland Iran is moderne dans met als uitgangspunt het vrouwelijke lichaam, onmogelijk. Dansen is verboden in het streng islamitische Iran en de nadruk op het vrouwelijk lichaam al helemaal. Mijn grote liefde is een verband vinden tussen lichaam, literatuur en samenleving. Ik heb in Iran een dansgroep opgericht, maar we noemden het ‘fysiek theater’. We maakten geheime dansvoorstellingen, die het menselijk lichaam plaatsten in een sociale context die ontdaan is van alle sensualiteit. Helaas kwam het regime achter deze voorstellingen en kreeg onze hele groep een beroepsverbod van vijf jaar”.
Mortezai werd een jaar na de Islamitische Revolutie van 1979 geboren en komt uit een links-politiek actieve, Koerdische familie. Haar ouders werden na de revolutie allebei ontslagen en vluchtten met Mortezai naar de relatief veilige Iraanse provincie Azerbeidzjan, Tabriz. Haar familieleden werden vervolgd en een nicht werd geëxecuteerd door het regime. Na tien jaar keerde het gezin terug naar Saqqez in Iraans Koerdistan en na de middelbare school ging Mortezai studeren in Teheran. Eerst Franse literatuur en uiteindelijk behaalde zij een master in Fine Arts aan de Alzahra Universiteit van Teheran.
“Ik ben Koerdisch en niet-religieus. Dat zijn twee handicaps tegelijkertijd in Iran. Aan de universiteit moet je meedoen aan bijvoorbeeld het vertalen van religieuze teksten en ook op veel formulieren je religie invullen. Als je daar niet aan meewerkt, dan krijg je een lager cijfer. De Koerden vormen een minderheid in Iran en de Persen de meerderheid. Hierdoor voelde ik mij altijd een buitenstaander. In Nederland heb ik dat gevoel veel minder. Ik keerde laatste terug van een kunstproject in België en had echt het gevoel naar huis te gaan.”
Nadat Mortezai’s kunstgroep werd verboden ging zij aan de slag als lerares. Toch lukt het haar om in 2018 een visum te bemachtigen om op te treden tijdens het kunstfestival Dancing on the Edge in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Tijdens het festival nam Mortezai een besluit dat haar leven voorgoed zou veranderen en vroeg politiek asiel aan in het AZC in Ter Apel.
“Eerst schrok ik van alle politieagenten en medewerkers van de IND in Ter Apel. In Iran ben je gewend de mensen van de overheid als vijand te zien. In Ter Apel bleek iedereen vriendelijk en bereid om naar je verhaal te luisteren. Daar moest ik behoorlijk aan wennen. Ik heb in zeven maanden tijd in vijf AZC’s gezeten en heb die tijd ook gebruikt om inspiratie op te doen voor mijn kunst. Tijdens de lange interviews met de IND wil men vooral weten of je in gevaar bent in je thuisland. Dat begrip intrigeerde mij. Want: wat is gevaar? Dat is voor iedereen een heel verschillend begrip. Daarom ben ik zelf medebewoners van het AZC gaan interviewen om meer te weten te komen over hoe zij ‘gevaar’ ervaren.”
Na vijf maanden krijgt Mortezai een verblijfsvergunning omdat haar fundamentele recht op expressie in Iran wordt bedreigd. Met haar verblijfsvergunning in de hand woont Mortezai samen met haar Franse vriend inmiddels in Gouda.
“Frans sprak ik al door mijn studie in Teheran. We keken daar ook naar de Frans-Duitse cultuurzender ARTE, om zo inspiratie op te doen voor onze dansvoorstellingen. Inmiddels versta ik ook goed Nederlands en gaat het spreken steeds beter, onder andere door mijn studie Nederlands aan de Erasmus Universiteit. Met mijn aanzienlijke kunstportfolio is het gelukt om een beurs van het Mondriaan Fonds te ontvangen. Aan deze beurs is ook een mentor gekoppeld, in mijn geval de Spaanse kunstenaar Alicia Framis, die al heel lang in Amsterdam woont en werkt. Zij heeft onder andere de Nederlandse inbreng bij de Biënnale van Venetië in 2003 verzorgd. Eén van mijn nieuwe projecten heet ‘Price of Petrol’, de prijs van olie. In dit installatie-performance kunstwerk sta ik in een transparante kist, met boven mij een pijp. De bezoekers kunnen via een draaiknop de prijs van olie bepalen. Bij een lage prijs komt er veel echte olie uit de pijp en wordt mijn lichaam besmeurd; bij een hoge olieprijs komt er minder uit de pijp. Hiermee wil ik de echte prijs van olie, benzine en plastic inzichtelijk maken. Olie is een verborgen materiaal dat overal om ons heen is; alles is van plastic en benzine wordt volop gebruikt in ons dagelijks leven. De prijs is hoog: het regime in Iran wordt mede door de verkoop van olie in stand gehouden.”
Vrijheid betekent alles voor Mortezai. Zij weet het belang van vrijheid nog extra op waarde te schatten doordat zij het spiegelbeeld in Iran aan den lijve heeft ondervonden.“De vrijheid van meningsuiting, van expressie, is essentieel voor mij en voor een samenleving. Als je niet mag zeggen wat je wel en niet mag maken watje voelt, wat is er dan voor toekomst om voor te leven? Vrijheid is als adem.”