De historische collectie van Libertum omvat tal van bijzondere stukken. “Ze vertellen het verhaal van de oorlog in Gouda en omgeving. Maar juist het verhaal dat erbij hoort maakt ze zo interessant”, zegt Bert van Puffelen. Bert beheert al zo’n acht jaar de collectie van Libertum, samen met twee andere vrijwilligers.
Sinds de sluiting van het Verzetsmuseum (de oude naam van Libertum) is die collectie tijdelijk opgeslagen in afwachting van de opening van de nieuwe expositieruimte in de Chocoladefabriek. De stukken worden onder andere gebruikt voor onderwijsdoeleinden.
De fiets van Trui
De collectie is er om het verleden te begrijpen en om van te leren. Maar ook om te blijven herinneren. Stukken uit de collectie worden gebruikt om tentoonstellingen in Gouda en elders mee samen te stellen, maar ook voor onderwijsdoeleinden. Bijvoorbeeld voor de Objectentafel, een onderwijsproject voor basisscholen, waarbij voorwerpen worden getoond, die ook vastgepakt mogen worden. Om zelf te ontdekken en te ervaren. Bert: “De kinderen vinden het prachtig. Ze mogen bijvoorbeeld een echte helm opzetten om te ervaren hoe dat voelt. En spelen met een knijpkat om te ontdekken hoe dat werkt. Maar het gaat natuurlijk vooral ook om het verhaal erbij. De collectiestukken zijn het voertuig om dat verhaal te vertellen. Daarom is het ook zo belangrijk dat het materiaal origineel is. Een verhaal over de koerier Trui Busch van het verzet leeft meer met de echte fiets erbij dan met een fiets van zomaar een willekeurig iemand.”
Nepparachutist
In de collectie van Libertum bevindt zich ook een nepparachutist, een pop die eruit ziet als een echte parachutist, maar dan kleiner. Bij luchtlandingen werden dergelijke poppen gedropt om verwarring te zaaien, zodat de Duitsers niet wisten waar de echte parachutisten zouden landen. Als zo’n pop de grond raakte, vuurde hij automatisch lichtkogels af of klonken er geweersalvo’s. Die moesten de Duitsers de indruk geven dat er op heel veel plaatsen heel veel parachutisten landden. De nepparachutist van Libertum werd in maart 1945 gedropt bij Boskoop en is wonder boven wonder niet verloren gegaan, omdat de zelfontbrander van de pop niet goed werkte. Libertum heeft ook een complete nepparachutist. Die is in bruikleen van een museum in Friesland.
Erfgoed
“Wat wij doen is cultureel erfgoed veilig stellen en beheren en de historie vastleggen. Daarom zijn wij ook zo blij met schenkingen en bruiklenen”, zegt Bert. Het mooie van die schenkingen van familiestukken, correspondentie en documentatie is dat je het verleden persoonlijk kunt maken. Je kunt met die documentatie een completer verhaal vertellen over één persoon en het grotere verhaal achter gebeurtenissen. Om die reden is het ook zo belangrijk dat er persoonsdossiers worden aangelegd met alles erin wat betrekking heeft op een persoon, zegt hij. Twee van die personen, Edith Beek en Abraham de Korte, worden de hoofdpersonen van de nieuwe expositie die begin 2022 in de Chocoladefabriek wordt geopend. Hun levensverhalen zijn bijzonder.
Edith en Abraham
Edith zat als kind ondergedoken. Een NSB’er herkende haar op straat en bracht haar achter op zijn fiets naar het politiebureau. De dochter van dokter Beek was de enige van deze Joodse familie die de oorlog niet overleefde.
Ook bakker Abraham de Korte overleefde de oorlog niet. Hij verborg wapens en onderduikers in zijn huis, maar werd verraden door iemand die verliefd was op de vrouw van één van de onderduikers, maar werd afgewezen. Bij de inval wisten de onderduikers te ontkomen. Abraham werd opgepakt en gefusilleerd. Van Abraham heeft Libertum een uitgebreid dossier. Dat mede te danken is aan diens zoon, die nauwgezet naspeuring heeft gedaan naar wat zijn vader is overkomen.
Eigen verzameling
Bert heeft op zijn zolder zelf ook een uitgebreide collectie met oorlogsdocumentatie en -stukken. De stukken komen overal vandaan. Van beurzen, veilingen, andere verzamelaars, vrienden en bekenden, maar ook bijvoorbeeld van hem onbekende mensen die willen dat stukken van een familielid bewaard blijven en toegankelijk worden voor een groter publiek. Ze maken de geschiedenis tastbaar en het leven van toen beter voorstelbaar en voelbaar. Zo heeft Bert onder andere kledingstukken en klompen die een gevangene in het concentratiekamp in Sachsenhausen heeft gedragen. En een kinderschoen uit Auschwitz. En bijvoorbeeld een koffer die iemand haastig in elkaar heeft geknutseld, toen hij gedwongen werd in Duitsland te gaan werken.
Van de alledaagse dingen van toen heeft hij overigens nog wel meer, zoals een hooikist (om eten te koken) en een uitgebreide collectie ‘Surrogaatjes’, waaronder Gouda-kaarsen, sigaretten, kleizeep, cichoreikoffie en thee. Allemaal gemaakt met een niet-oorspronkelijke grondstof, want die was niet meer verkrijgbaar. Zo heeft hij ook een touw, dat gemaakt is van papier. Normaal werd dat gemaakt van hennepvezels of sisal.
Apotheker in het verzet
Bert verzamelt al meer dan vijftig jaar spullen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog. Hij is ook lid van gespecialiseerde historische verenigingen, bijvoorbeeld van verenigingen die zich bezighouden met het restaureren van oude legervoertuigen. Bert doet dat zelf ook.
Ook uit zijn eigen familie heeft hij stukken. “Mijn ouders hadden bijvoorbeeld nog bonkaarten uit de Tweede Wereldoorlog. Die had je nodig om voedsel te kunnen kopen”, vertelt hij. “En we waren bevriend met een apotheker. Die zat in het verzet en had altijd mooie verhalen over wat er was gebeurd. Die apotheker had ook nog van alles bewaard. Zo raak je als kind vanzelf geïnteresseerd in de oorlog.”
Bajonetten en koperen asbakken
Bert ging vanaf zijn elfde veelvuldig op zoek naar spullen als in de omgeving sloten werden uitgebaggerd. “Daar kon je van alles vinden. Zoals een bajonet die een soldaat in de strijd bij vliegveld Ypenburg had verloren. En weggegooide asbakken en messing plaatjes uit treinen. Toen de Duitsers eisten dat in Nederland alles van koper en messing ingeleverd moest worden om wapens en kogels van te maken, hebben verzetsmensen ‘s nachts alles wat daarvan gemaakt was uit de treinen gesloopt en in de sloot gegooid, zoals dus die asbakken en messing plaatjes.” Ook die heeft Bert in zijn collectie.
Maanlichtpapier
In vijftig jaar heeft hij heel wat verzameld. Een kleine greep uit alleen al de afdeling ‘papieren’ in zijn collectie: materiaal voor het maken van illegale persoonsbewijzen; ‘maanlicht’-papier, dat gebruikt werd om de uitgang in een gebouw te vinden als het licht uitviel; de aankondiging van de fusillade van Nederlanders als vergelding voor het doodschieten van Duitsers na het opblazen van een spoorlijn, NSB-propagandamateriaal; verzetskranten; een officiële oproep aan een joods kind van twee-en-een-half jaar (!) om zich te melden voor transport naar Kamp Westerbork; de laatste brief aan familie van iemand die gefusilleerd werd.
Tentoonstellingen
Bert leent de stukken uit zijn eigen collectie voor tentoonstellingen uit aan musea. Ook Libertum maakt veelvuldig van zijn collectie gebruik. Zo is er, voordat het Verzetsmuseum (de vroegere naam van Libertum) dicht ging, ook een tentoonstelling geweest, die ‘Oorlog in Indië, Indië in oorlog’ heette. Die ging over de Japanse bezetting en over de politionele acties daarna. Ook daarvan heeft Bert bijzonder materiaal in zijn collectie. “Aan die politionele acties in 1947, ‘48 en ‘49 heeft mijn vader nog deelgenomen”, zegt hij.